Vandaag vloeien er gedachten uit mijn pen die niet heel fijn zijn. Deze niet fijne gedachten hoef ik niet te ontkennen. En dat is zo helend aan schrijven. Er komt precies uit mijn pen wat er op dat moment mag zijn.
Terwijl ik mijn pen op het papier zet komt er een onbehaaglijk gevoel opzetten. Het gevoel dat ik er niet meer bij hoor. Ik laat het tenslotte afweten als het gaat om meedraaien in de maatschappij. Ik draag niet bij aan de economie en ik kost de staat geld. Het voelt als falen. Ik geloof dat dit soort gevoelens normaal zijn in deze fase. Het is makkelijk om te zwelgen in zelfmedelijden en mezelf aan te praten dat ik het niet waard ben.
- Niet waard om me gelukkig te voelen, want ik ben ziek
- Niet waard om mezelf leuk aan te kleden en op te maken, want ik ben ziek
- Niet waard om blij te zijn met mezelf, want wat zullen anderen daar niet van denken
- Niet waard om …
Maar ik ben meer dan dat. Ik heb wel degelijk een belangrijke rol. En ik ben het waard om in te investeren. Ik ben het waard om mezelf te ontdekken. Ik ben het waard om gelukkig te zijn. Ik ben het waard om mezelf te zijn. Ook als ik op dit moment niet kan voldoen aan de norm van de huidige samenleving. Op het moment dat ik deze gevoelens had, luisterde ik naar een boek en daar hoorde ik de verteller zeggen: Er heerst een ideologie in onze huidige samenleving: zorg dat je zo lang mogelijk blijft werken. Want wie niet werkt bestaat niet. Voor mij slaat dit de spijker op z’n kop.
Het gebeurt eigenlijk altijd dat ik mijn schrijfsessie krachtig afsluit met een soort peptalk voor mezelf. Alsof iemand mijn pen ✒ overneemt om mij te laten weten dat ik ertoe doe. Dat ik het inderdaad waard ben. Daarna voel ik meer weer als herboren.
Gelukkig is het niet altijd zo zwaar, maar ik ben enorm dankbaar dat dit wel naar de oppervlakte komt zodat ik het er kan laten zijn.
0 reacties